De reguliere media spraken destijds schande van de RAF moord op Hanns-Martin Schleyer, de moordenaar en opperschoft, die het na een gewelddadige carrière in de SS wel kies vond om na de oorlog werkgeversvoorzitter te worden in Duitsland (uiteraard destijds West-Duitsland, ofwel de Bondsrepubliek Duitsland)......... U weet wel: voorzitter van de werkgevers, die totaal geen moeite hadden met Hitler en zijn moordenaars bende......... Overigens vervulde Schleyer al een dergelijke positie onder de nazi's in Tsjechië.......
Dat deze schoft een heel smerige rol had gespeeld bij de genocide van de joden en die van Roma, Sinti, homo's en communisten, werd zoveel mogelijk uit de reguliere pers (ook destijds vooral regeringsgetrouw) gehouden, zelfs deels uit de destijds nogal eens met straffe artikelen komende dagbladen en tijdschriften.......
Op 18 oktober, dus a.s. woensdag is het 40 jaar geleden dat Schleyer werd vermoord door de Rote Armee Fraktion (RAF), waarmee hij in feite één van de weinige kopstukken van het barbaarse nazi-regime is, die werden gestraft voor hun massamoord op joden, Roma, Sinti, homo's en politieke gevangenen.......... Het volgende artikel met prima uitleg vond ik gisteren op de Doorbraak, hierin ook aandacht voor Tsjechië dat voor WOII de laatste anti-fascistische democratie van Oost-Europa werd genoemd........ Niet voor niets, dat de Sovjet-Unie na WOII de Oost-Europese landen indirect bleef besturen, dom dat de SU geen uitzondering maakte voor Tsjechië, daar het anders met meer legitimiteit een vinger in de pap had kunnen houden.
Hier het artikel van de Doorbraak:
De
VPRO zond in het voorjaar de knap gemaakte verfilming uit van het
boek “Himmlers hersens heten Heydrich” (HhhH). In zeven
afleveringen laat regisseur Roel van Broekhoven het leven zien van
nazi-topman Reinhard Heydrich, zoals de Franse auteur Laurent Binet
dat in het gelijknamige boek vertelt. De Duitse acteur Detlef Bothe
vertolkt op verbluffende wijze de rol van de SS-er, de rechterhand
van Heinrich Himmler en de man waar, zo men zei, Hitler bang voor
was. Op 27 mei 1942 pleegden twee Tsjechische verzetsmannen een
aanslag op Heydrich. Hoewel de aanslag, onder de codenaam Operatie
Anthropoid, min of meer mislukte, stierf de Reichsprotektor op 4 juni
toch aan zijn verwondingen. Op 38-jarige leeftijd kwam er een einde
aan het leven van de man die bijnamen had als “De slager van
Praag”, “De beul van Praag”, en “Het blonde beest”.
Schleyer
in zijn studententijd.
Heydrich was een fanatieke antisemiet. Hij was voorzitter van de
Wannsee-conferentie, op 20 januari 1942, waar besloten werd tot
de uitroeiing van de Joden in Europa. Heydrich gaf leiding aan de
Endlösung. Na zijn dood werden systematisch ruim 2 miljoen
Oost-Europese en Russische Joden onder de naam “Aktion Reinhard”,
vernoemd naar Heydrich, vermoord. Binnen de nationaal-socialistische
terreurmachine werkte in Praag, in de schaduw van de SS-beul, een man
die ruim 35 jaar later het leven liet: Hanns-Martin Schleyer.
Heydrich werd gevreesd, de naam van Schleyer lag in 1977 op ieders
lippen in West-Europa.
De
geschiedenis van de Tsjechische republiek in de jaren dertig is er
een van ‘in de steek gelaten worden’. Het land werd wel “de
laatste anti-fascistische democratie van Midden-Europa” genoemd. In
de republiek hadden minderheden, waarvan de Duitsers de grootste
groep vormden, gelijke rechten. De presidenten Masaryk en zijn
opvolger Benes spraken zich fel uit tegen antisemitisme. Op 29
september 1938 begon het verraad, toen de Britse en Franse premiers
met Hitler het Akkoord van München tekenden. Een kleine maand later
verliet president Benes het land, om vanuit Londen het Tsjechische
verzet te leiden. Op 30 januari 1939 wapperden in Praag de eerste
hakenkruis-vlaggen. Op 14 maart bezette de Wehrmacht het grensdorpje
Ostrau. Een dag later werd de synagoge in Olmütz in de brand
gestoken. Diezelfde dag trokken 350.000 Duitse soldaten Tsjechië
binnen en begint vanaf dag 1 van de bezetting de nazi-terreur.
Van
links naar rechts: Horst Böhme, Reinhard Heydrich en Karl Hermann.
Heydrichiade
Als
eerste Reichprotektor van Bohemen benoemde Hitler de uit de Duitse
adel afkomstige Konstantin von Neurath. Hoewel door de westerse
landen als “gematigd” gezien, werd onder zijn bewind Joods bezit
onteigend, in samenwerking met de SD, de SS en de Gestapo. Onder
leiding van Von Neurath’s waarnemer, Karl Hermann Frank, begonnen
de executies en deportaties van Joden en Tsjechische verzetsmensen.
Op 27 september 1941 werd Reinhard Heydrich de nieuwe
Reichsprotektor. De nazi-terreur bereikte een nieuw dieptepunt.
Opsporing, marteling, deportatie, executies waren in Praag aan de
orde van de dag.
Tsjechen herinneren deze terreur als de
“Heydrichiade”. Organisator daarvan was Frank, die na de dood van
Heydrich helemaal de vrije hand kreeg. Stap voor stap werden
anti-Joodse maatregelen ingevoerd. Met de komst van Heydrich naar
Praag radicaliseerde het vernietigingsprogramma van de nazi’s. Op
14 september 1941 was het dragen van de jodenster al verplicht
gesteld. Op 16 oktober van dat jaar verliet het eerste transport van
duizend Joden de hoofdstad op weg naar het getto van Lodz in Polen.
Ruth Bondy, overlevende van Auschwitz, schrijft over dit transport:
“Und so fuhr ich im Oktober 1941, um den fünfjährichen Benny und
seine kleine Schwester aus dem jüdischen Kindergarten… zu ihren
verängstigten Eltern zu bringen, die den Befehl erhalten hatten,
sich zum Transport einzufinden. Die beide Kinder trugen kleine
Rucksäcke auf dem Rücken und um den Hals ein Band, an dem eine
Marke mit der Nummer des Transports hing”. Een citaat uit “Mehr
Glück als Verstand. Eine Autobiographie”.
Tussen
november 1941 en juli 1943 werden meer dan 40.000 Joden vanuit Praag
naar het getto van Theresienstadt gedeporteerd. Halverwege september
1942 was dat tussenstation op weg naar vernietiging overvol: meer dan
60.000 joden, waaronder ook Duitse, Oostenrijkse en Nederlandse,
wachtten daar op transport. In totaal werden 140.000 mensen naar
Theresienstadt gedeporteerd. Bijna 34.000 stierven daar, 88.000
werden vermoord in een van de vernietigingskampen. Daaronder 15.000
Tsjechische Joodse kinderen, waarvan slechts 132 de oorlog hebben
overleefd. De vernietigingsmachine draaide door, tot in mei 1945 het
Rode Leger het getto bevrijdde. De vernietiging van de Europese Joden
was het hoofddoel van de oorlogsmachinerie van de nazi’s geworden.
Daarbij was Praag, als eeuwenoud centrum van de Joodse cultuur, een
speciaal doel. De stad moest ontjoodst en verduitst worden. Heydrich
en zijn waarnemer Frank zagen dat als hun persoonlijke missie.
Reinhard
Heydrich en Karl-Hermann Frank.
SS-universiteit
Maar
de nazi’s moesten in Bohemen niet alleen het verzet breken en de
Joodse bevolking deporteren, ze hadden ook de opdracht om de
landstreek te plunderen ten dienste van het Duitse Rijk. De
voormalige Tsjechische republiek bleef tot de nederlaag van de nazi’s
een kolonie van de SS. Met alle daarbij behorende middelen: terreur,
plundering, slavernij en genocide. Sleutelwoord daarbij was
“Germanisering”. Naast de “Endlösung der Judenfrage” speelde
daarbij ook de de-tsjechisering van het land een rol. In mei 1944
werden nog plannen ontworpen om het “Tsjechische vraagstuk” –
lees: vernietiging van de Tsjechische natie – voorgoed op te
lossen.
Emil
Waigner.
Onderdeel
van dat programma, als opmaat naar deportatie en vernietiging, was de
onteigening van Joodse huizen in Bohemen. Voor de organisatie
daarvan, inclusief het transport van de Joodse bewoners en hun
huisraad, was de “Treuhandstelle” in het leven geroepen.
Friedrich Klausing, ooit actief in de nationaal-socialistische
knokploeg “Stahlhelm” en vanaf 1933 lid van de NSDAP, maakte
gebruik van de “Treuhandstelle” om een woning te vinden in Praag.
Klausing was tot hoogleraar Recht benoemd aan de universiteit in de
Tsjechische hoofdstad. Het oog van het echtpaar Klausing, beide
fanatieke antisemieten, viel op de Villa Waigner, eigendom van het
Joodse echtpaar Emil en Marie Waigner. Emil werd op 19 februari 1942
in Mauthausen vermoord. Marie werd via Ravensbrück naar Auschwitz
gedeporteerd en werd daar op 14 oktober 1942 vergast.
Villa
Waigner, anno nu.
De
verhuizing van Klausing ging niet zonder slag of stoot. Meerdere
top-nazi’s hadden hun oog op de villa laten vallen. Klausing kreeg
echter steun van Heydrich, die de plannen van de hoogleraar voor de
stichting van een SS-universiteit in Praag verwelkomde. Op 1 november
1943 werd Klausing benoemd tot rector van de Reichuniversität van
Praag, maar zijn nazi-carrière kwam abrupt tot een einde toen een
van zijn zoons – Friedrich Karl Klausing – betrokken bleek bij de
aanslag op Hitler op 20 juli 1944 (“Operation Walküre” van Claus
von Stauffenberg). Op 2 augustus 1944 nam vader Klausing ontslag en
pleegde vier dagen later, onder druk van de nazi-top in Praag,
zelfmoord. De weduwe Klausing verliet de villa aan de
Bubentscherstrasse, en een nieuwe bewoner diende zich al snel aan:
Hanns-Martin Schleyer.
Marie
Waigner.
Innsbruck
Schleyer,
geboren op 1 mei 1915 in een gezin dat zich al snel tot het
nationaal-socialisme had bekeerd, werd op 1 maart 1931 lid van de
Hitler-Jugend en op 30 juni 1933 trad hij toe tot de SS (lidnummer:
227.014). Als student aan de universiteit van Heidelberg werd SS-er
Gustav Adolf Scheel, leider van de Heidelberger afdeling van de
“Nationalsozialistische Deutsche Studentenbund” (NSDStB), zijn
mentor. Scheel, door Hitler in 1936 tot Reichsstudentenführers
benoemd, zuiverde de Duitse studentenvereniging van “staatsvijandige
elementen” en was mede-organisator van de boekverbrandingen.
De
NSDStB functioneerde als een kaderschool voor de nazi-elite en de
nazi-vernietigingsmachine. In deze wereld maakte Schleyer snel
carrière. Na Heidelberg volgde Innsbruck, sinds de Anschluss van
1938 bij het Duitse Rijk. In opdracht van Scheel zuiverden Schleyer
en zijn mede-SS-ers de universiteit politiek en racistisch.
SS-Standarte 87, waar Schleyer ook toe behoorde, leidde de
Kristallnacht, de pogrom van 9 november 1938, in de Oostenrijkse
stad. “Alle SS-Männer die an der Morden von Innsbruck beteiligt
ware, waren alte Kämpfer, die Hitler fanatisch ergeben ware, extreme
Antisemiten und beispielhafte Mitglieder des Ordens”, schrijft
historicus Sal Friedländer. Cynisch genoeg ontving Schleyer in 1970
een eredoctoraat van de Universiteit van Innsbruck.
De
villa.
Met
Kerst 1938 verloofde Schleyer zich met Waltrude Ketterer, dochter van
Emil Ketterer, die betrokken was bij de Hitler-Putsch van 1923, lid
van de NSDAP met lidnummer 697 en als functionaris van het
“NS-Ärztebundes” verantwoordelijk voor de vernietiging van
Joodse artsen in Duitsland. Om goedkeuring te krijgen van de
SS-leiding moest Schleyer aantonen dat zijn voorouders “zuiver
Arisch” waren. In de benodigde aanvraag voert hij twee getuigen op:
Wilhelm Brückner, chefadjudant van Hitler, en Karl Wolff, chef van
de persoonlijke staf van Himmler en verantwoordelijk voor de planning
van Auschwitz-III. Na ingrijpen van vader Ketterer trouwde het stel
op 21 oktober 1939.
Na deelname aan de inval in Frankrijk vertrok
Schleyer naar Praag, waar hij vanaf 1 mei 1941 leiding gaf aan de
studentenverenigingen aan de Duitse Karlsuniversität. Zijn
voornaamste taak was het regelen van huisvesting voor Duitse
studenten in geariseerde woningen. Zelf betrok de familie Schleyer
een woning die had toebehoord aan de Joodse families Kolisch en
Klein. Het huis ligt op nog geen 300 meter van de centrale plaats van
waaruit de Praagse Joden werden gedeporteerd.
RAF
In
1943 kwam de SS-Untersturmführer in dienst van het “Zentralverband
der Industrie für Böhmen und Mähren”, verantwoordelijk voor de
arisering van Tsjechische bedrijven en het uitvoeren van dwangarbeid
voor het Duitse Rijk. Aan het hoofd van deze organisatie stond
Bernhard Adolf, die ook actief was in de NSDStB en zich snel als
mentor van Schleyer opwierp. Schleyer werd persoonlijk secretaris van
Adolf. Begin januari 1944 werd Schleyer, op technische gronden,
toegelaten tot het Reichssicherheitshauptamt (RSHA), de
overkoepelende veiligheidsdienst van het Derde Rijk. Het eerste hoofd
van de RSHA was Reinhard Heydrich.
In november 1944 verhuisden de
Schleyers naar de Villa Waigner, om die in mei 1945, vlak voor de
bevrijding van Praag door het Rode Leger, te ontvluchten. Hoewel er
van de feitelijke activiteiten van Hanns-Martin Schleyer in Praag
geen sporen meer zijn te vinden – de SD, de Gestapo en de SS
slaagden er in om hun archieven in Praag op tijd te vernietigen –
werkte SS-er 227.014 al die jaren in het hart van de centrale
planning en organisatie van de Endlösung in Europa.
Schleyer
tijdens zijn ontvoering
Op
5 september 1977 werd Hanns-Martin Schleyer, op dat moment voorzitter
van de Bundesverband der Deutschen Industrie, ontvoerd door de Rote
Armee Fraktion. Bijna 36 jaar nadat in Praag de eerste anti-Joodse
maatregelen werden genomen en Reinhard Heydrich zijn intrede in de
Tsjechische hoofdstad deed. Op 18 oktober 1977, volgende week precies
40 jaar geleden en op twee dagen na 36 jaar nadat de eerste groep
Joden uit Praag werden gedeporteerd, werd Schleyer door zijn
ontvoerders gedood. Op 19 oktober, twee dagen voor zijn
huwelijksjubileum, vond de politie, na een aanwijzing, zijn lichaam
in de kofferbak van een auto in de Franse stad Muhlhause.
Hanns-Martin Schleyer werd 62 jaar.
Bron:
“Villa Waigner. Hanns Martin Schleyer und die deutsche
Vernichtungselite in Prag 1939-45”, Erich Später. Uitgeverij:
Konkret Verlag (2009).
Rutilio
Grande